De instellingen van Binnenmaat zijn bereikbaar via het binnenmaat menu aan de bovenzijde, als getoond in de volgende afbeelding.
We onderscheiden twee soorten instellingen :
- Instellingen gebruiker.
- Instellingen service.
De “instellingen gebruiker” kunnen zonder ingaven van een wachtwoord, worden aangepast. Voor het wijzigen van de “instellingen service” is het nodig om een wachtwoord in te geven.
Instellingen gebruiker :
Instellingen gebruiker zijn bereikbaar via vier tab bladen. t.w.:
- Meting (Instellingen hebben betrekking op de meting).
- Interface (Instellingen hebben betrekking op een interface).
- Vervoersdocument (Heeft alleen betrekking op het vervoersdocument).
- Rapport instellingen (heeft betrekking op de rapporten).
Op de tab meting vinden we de volgende instellingen :
- Bunker tab tonen in metingen. Indien deze checkbox aangevinkt is, dan wordt in het metingen scherm ook de bunker tab getoond. Voor een uitleg van de bunker tab zie de help paragraaf van het meting scherm.
- Rekenmethode te wijzigen in metingen. Indien deze checkbox is aangevinkt dan kan de rekenmethode worden aangepast in het metingen scherm. Zo niet, dan krijgt de meting bij het aanmaken een vaste rekenmethode zoals deze is ingesteld in instellingen service (6).
- Diepgang invullen is verplicht. Zodra deze selectie actief is dan moet, voordat er verder wordt gegaan met deze meting een diepgang worden ingevuld. Het doel van deze selectie is dat er niet wordt vergeten om vooraf een stabiliteitsberekening uit te voeren.
- Nauwkeurigheid V.C.F. Standaard staat deze instelling op 4.
- De volgende drie instellingen hebben betrekking op een eventueel protest. In het eerste invoegveld kan de gewenste afwijking worden ingegeven in procenten, deze is standaard ingesteld op 0.3%. Indien het verschil tussen de walcijfers en de automatische meting boven deze ingestelde waarde komt, wordt een protest als rood getoond in het meting scherm. De selectie “Automatische protest volume” en “Automatische protest massa” geven aan of er automatische protest moet worden gemaakt op het volume of op de massa.
Op de tab interface vinden we een enkele instelling, “Toon export-knop interstream Barging op tijden-tabblad”. Deze selectie moet worden aangevinkt indien het schip vaart voor interstream barging.
Op de tab Vervoersdocument is het mogelijk om een verklaring in te geven die moet worden afgedrukt op het vervoersdocument.
Op de tab Rapport instellingen worden twee selecties getoond die betrekking op het afdrukken van rapporten. Zie volgende figuur.
De eerste selectie “Gebruik reis datum als print datum op rapporten” geeft aan dat als printdatum de ingestelde reisdatum moet worden gebruik. De tweede selectie “Gebruik huidige datum als print datum op rapporten” geeft aan dat elk rapport dat een print datum bevat de huidige datum krijgt i.p.v. de print datum die in de meting staat ingesteld. Overigens heeft de eerste selectie een hogere prioriteit dan de tweede selectie. Dus als de tweede selectie moet worden gebruikt is het het verstandig, de eerste selectie niet aan te vinken omdat de eerste selectie als eerst wordt gecontroleerd bij het afdrukken.
Instellingen service :
De “instellingen service” kunnen alleen met ingaven van een wachtwoord, worden aangepast. Er zijn op dit moment maximaal 60 service instellingen beschikbaar. Aan de linkerzijde van het menu kunt u kiezen voor de eerste 10 instellingen, de volgende 10, enzovoort. Wanneer u op de OK-knop drukt zal deze van kleur wijzigen, zodat u duidelijk ziet of de knop is ingedrukt. Verder heeft de kleurwijziging geen betekenis. Bij het indrukken van de OK-knop worden de 10 instellingen die op dat moment voor staan, bewaard. Pas bij het sluiten van het venster worden alle instellingen definitief naar de database weggeschreven. Als u op een vraagteken klikt, krijgt u uitleg over de betreffende instelling. Het ongedaan maken van een wijziging gebeurt door eenvoudig een andere verzameling instellingen te kiezen. Wilt u bijvoorbeeld een wijziging in instelling 5 ongedaan maken, dan drukt u gewoon op de knop 11-20 en daarna weer op 1-10.
- Max verschil bb<->sb bij laden (mm) : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen wat de maximale afwijking mag zijn tussen enerzijds de som van de niveaus aan bakboordzijde en anderzijds de som van de niveaus aan stuurboordzijde. Bij de berekening wordt uitgegaan van de niveaus die in de kolom laden zijn ingevuld. Voor schepen met enkel centertanks is deze instelling niet van belang. Bij de metingen kan in de kolom LADEN de knop vgl worden aangeklikt. Indien dit gebeurt zal het programma alle niveaus aan bakboordzijde bij elkaar optellen en ook alle niveaus aan stuurboordzijde (zoals ze dus tijdens het laden waren). Het verschil tussen deze twee mag niet meer afwijken dan de waarde die u in deze instelling ingeeft. Is het verschil groter dan de hier ingegeven instelling dan wordt een waarschuwing gegeven om aan te geven dat het schip niet in balans is.
- Max verschil bb<->sb bij lossen (mm) : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen wat de maximale afwijking mag zijn tussen enerzijds de som van de niveaus aan bakboordzijde en anderzijds de som van de niveaus aan stuurboordzijde. Bij de berekening wordt uitgegaan van de niveaus die in de kolom lossen zijn ingevuld. Voor schepen met enkel centertanks is deze instelling niet van belang. Bij de metingen kan in de kolom LOSSEN de knop vgl worden aangeklikt. Indien dit gebeurt zal het programma alle niveaus aan bakboordzijde bij elkaar optellen en ook alle niveaus aan stuurboordzijde (zoals ze dus tijdens het laden waren). Het verschil tussen deze twee mag niet meer afwijken dan de waarde die u in deze instelling ingeeft. Is het verschil groter dan de hier ingegeven instelling dan wordt een waarschuwing gegeven om aan te geven dat het schip niet in balans is.
- Standaard type meting : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen wat het type meting standaard zal zijn. In de module Binnenmaat worden 3 verschillende typen metingen ondersteund, te weten : A = de standaard meting, B = restmeting, C = voor/na meting. De restmeting wordt in het programma ook wel aangegeven met de term “On Board Quantity/ Remaining On Board”. Bij het aanmaken van een nieuwe meting kan de gebruiker aangeven om welk type meting het gaat. Dit wordt echter niet iedere keer opgevraagd bij het aanmaken van een nieuwe meting. In plaats daarvan wordt het type meting gekozen dat in deze instelling is vastgelegd. Deze instelling kan dus slechts 3 geldige waarden bevatten, te weten A, B of C. De letters moeten als hoofdletter worden ingegeven !
- Standaard niveau meetmethode laden : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen wat het type niveau bepaling voor laden zal zijn. Geldige waarden zijn:
K = Klok
L = Lint
M = Meetstok
C = Computer - Standaard temperatuur-aanduiding laden : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen hoe de temperatuur-aanduiding voor laden standaard moet staan :
G = Gemiddeld
P = Per tank - Standaard dichtheid meetmethode laden : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen hoe de dichtheid meetmethode voor laden moet zijn:
A = ASTM-A
B = ASTM-B
C = ASTM-C
D = ASTM-D
E = ASTM_D4311
F = ASTM_D1555-68a
G = TABLE ETBE
H = TABLE EMHV - Standaard basis temperatuur laden : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen hoe de basistemperatuur voor laden moet zijn.
- Standaard niveau meetmethode lossen : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen wat het type niveau bepaling voor lossen zal zijn. Geldige waarden zijn:
K = Klok
L = Lint
M = Meetstok
C = Computer - Standaard temperatuur-aanduiding lossen : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen hoe de temperatuur-aanduiding voor lossen standaard moet staan :
G = Gemiddeld
P = Per tank - Standaard dichtheid meetmethode lossen : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen hoe de dichtheid meetmethode voor lossen moet zijn:
A = ASTM-A
B = ASTM-B
C = ASTM-C
D = ASTM-D
E = ASTM_D4311
F = ASTM_D1555-68a
G = TABLE ETBE
H = TABLE EMHV
- Standaard basis temperatuur lossen : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen hoe de basistemperatuur voor lossen moet zijn.
- Tankwandcorrectie-factor : Met behulp van deze instelling kunt u de constante factor vastleggen die wordt gebruikt in de berekening van de tankwand correctie. Een normale waarde voor deze constante = 0,000012. Indien er geen tankwand correctie moet worden uitgevoerd dient deze instelling op nul te worden gezet. Omdat de constante invloed heeft op het berekende volume wordt hij op de rapporten afgedrukt als hij ongelijk aan nul is. De tankwand-correctie wordt ondersteund vanaf Binnenmaat versie 1.12 (uitgegeven juli 2005).
Bij het transport van heet product in dubbelwandige schepen, zet de binnenwand van het schip uit, waardoor het volume bij een bepaald gemeten niveau wijzigt. Afhankelijk van het materiaal waaruit de tankwand gemaakt is deze uitzetting meer of minder. De mate waarin de tankwand uitzet is vastgelegd d.m.v. deze instelling tankwand correctie. Bij de veel voorkomende waarde van 0,000012 wijzigt het berekende volume ongeveer 8 kuub op een totale hoeveelheid van 40 kuub. Bij de berekening wordt uitgegaan van een niet geïsoleerde tank. Hoewel dubbelwandige schepen op het eerste gezicht wellicht geïsoleerd lijken te zijn, is de mate van isolatie niet vergelijkbaar met bijvoorbeeld de isolatie in landtanks (waar daadwerkelijk isolatiemateriaal wordt aangebracht tussen de binnen- en buitenwand). In de berekening voor niet geïsoleerde tanks speelt de omgevingstemperatuur ook een beperkte rol. Deze is in dit programma vastgelegd op 10 graden Celsius. Om geen al te rare uitkomsten te krijgen in de volume berekeningen, worden alleen waarden tussen 0 en 0,00002 geaccepteerd. - Aantal voorloopnullen EU-nummer : Niet in gebruik.
- Niet in gebruik : Niet in gebruik.
- Standaard wal schip laden : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen hoe de standaard Schip/Wal laden moet zijn:
S = Schip
W = Wal - Standaard wal schip lossen : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen hoe de standaard Schip/Wal lossen moet zijn:
S = Schip
W = Wal - Standaard Kofferdam laden : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen hoe de standaard Kofferdam laden moet zijn:
L = Leeg
V = Vol - Standaard Kofferdam lossen : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen hoe de standaard Kofferdam lossen moet zijn:
L = Leeg
V = Vol - Standaard leiding leeg laden : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen hoe de instelling LEIDING LEEG LADEN moet zijn. Mogelijke waarden zijn True (-1) of False (0).
- Standaard Schip Verzegeld Laden : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen hoe de instelling SCHIP VERZEGELD LADEN moet zijn. Mogelijke waarden zijn True (-1) of False (0).
- Standaard laad controle : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen hoe de instelling LAADCONTROLE ? moet zijn. Mogelijke waarden zijn True (-1) of False (0).
- Standaard laad vrijwater : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen hoe de instelling VRIJ WATER LADEN ? moet zijn. Mogelijke waarden zijn True (-1) of False (0).
- Standaard laad gas retour : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen hoe de instelling GASRETOUR LADEN ? moet zijn. Mogelijke waarden zijn True (-1) of False (0).
- Standaard leiding leeg lossen : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen hoe de instelling LEIDING LEEG LOSSEN moet zijn. Mogelijke waarden zijn True (-1) of False (0).
- Standaard Schip Verzegeld Lossen : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen hoe de instelling SCHIP VERZEGELD LOSSEN moet zijn. Mogelijke waarden zijn True (-1) of False (0).
- Standaard los controle : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen hoe de instelling LOSCONTROLE ? moet zijn. Mogelijke waarden zijn True (-1) of False (0).
- Standaard los vrijwater : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen hoe de instelling VRIJ WATER LOSSEN ? moet zijn. Mogelijke waarden zijn True (-1) of False (0).
- Standaard los gas retour : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen hoe de instelling GASRETOUR LOSSEN ? moet zijn. Mogelijke waarden zijn True (-1) of False (0).
- Standaard Maximum Dcf : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen hoe groot de maximale waarde van de dcf mag zijn.
- Standaard Minimum Dcf : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen hoe groot de minimale waarde van de dcf mag zijn
- Standaard min Dichtheid : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen hoe groot de minimale waarde van de dichtheid mag zijn.
- Standaard max Dichtheid : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen hoe groot de maximale waarde van de dichtheid mag zijn.
- DataDir : Met behulp van deze instelling kunt u vastleggen waar de locatie is van de DATIA.EXP en DATIA.IMP bestanden.
- Niet in gebruik : Niet in gebruik.
- Niet in gebruik : Niet in gebruik.
- Niet in gebruik : Niet in gebruik.
- Standaard VEF : VEF.
- Standaard Niveau Eenheid : Niveau eenheid (mm of cm).
- Standaard max Temp : Maximum temperatuur in graden Celsius.
- Standaard min Temp : Minimum temperatuur in graden Celsius.
- Standaard Tankmon gebruiken : Met behulp van dit menu kunt u systeem-instellingen wijzigen. Aan de linkerzijde van het menu kunt u kiezen voor de eerste 10 instellingen, de volgende 10, etc. Wanneer u op de OK-knop drukt zal deze van kleur wijzigen, zodat u duidelijk ziet of de knop is ingedrukt. Verder heeft de kleurwijziging geen betekenis. Bij het indrukken van de OK-knop worden de 10 instellingen die op dat moment voor staan, bewaard. Pas bij het sluiten van het venster worden alle instellingen definitief naar de database weggeschreven. Als u op een vraagteken klikt, krijgt u uitleg over de betreffende instelling. Het ongedaan maken van een wijziging gebeurt door eenvoudig een andere verzameling instellingen te kiezen. Wilt u bijvoorbeeld een wijziging in instelling 5 ongedaan maken, dan drukt u gewoon op de knop 11-20 en daarna weer op 1-10.
- KlantNr : Klantnummer voor implementatie van klant-specifieke wensen.
- Standaard Laad WalLeiding : Walleiding laden leeg ? True (-1) of False (0).
- Standaard Los WalLeiding : Walleiding laden leeg ? True (-1) of False (0).
- Standaard Dcf Temperatuur : Standaard referentie temperatuur dcf.
- Gebruik BM interface : Binnenmaat interface opstarten True (-1) of False (0) .
- Email Bestemming : Default e-mail bestemming Binnenmaat.
- BICS Recipient ID : BICS ontvanger identificatie.
- BICS Recipient Naam : BICS ontvanger naam..
- BICS Recipient Mailbox : BICS ontvanger mailbox.
- Toon absoluut verschil wal-schip : Toon absoluut verschil tussen de wal en het schip .
- Niet in gebruik : Niet in gebruik.
- Niet in gebruik : Niet in gebruik.
- Niet in gebruik : Niet in gebruik.
- Niet in gebruik : Niet in gebruik.
- Niet in gebruik : Niet in gebruik.
- Niet in gebruik : Niet in gebruik.
- Niet in gebruik : Niet in gebruik.
- Niet in gebruik : Niet in gebruik.
- Niet in gebruik : Niet in gebruik.